Het bloed kruipt waar het niet gaan kan - en het bellyboat waar het geen boot kan gebruiken... Dat was deze visdag het geval: mijn motor is stuk en dus moet ik op wat kleinschaliger water vissen. Zou er iets te vangen zijn op die plas niet ver van mijn woonplaats? Het was het juiste moment om dat uit te zoeken en dus trokken Maikel en ik onze stoute flippers aan en sleepten we onze bellyboat over prikkeldraad en koeienvlaaien heen richting plas. Het water was kristalhelder.
Ik kon mijn shad op drie meter onder mij over de bleke zandbodem zien schuifelen... Maikel had hier eerder gevist en besloot de diepere gaten op te zoeken: bij zo'n helder water in combinatie met een zonnetje nam hij aan dat de meeste snoekbaarzen zich daar aan het verstoppen waren. Zelf besloot ik toch eerst wat kantjes uit te gooien met diverse shadjes op een lichte loodkop. Ik had namelijk al surfend op het internet een nieuwe interessant ogende shad ontdekt: de Freddie Shad van Quantum, en die wou ik toch graag een kans geven. Het betreft een geesteskindje van de Zweedse snoekbaarsvisser Fredrik Harbort, en de foto's van deze jongen liegen er niet om. Ofwel is hij niet groter dan 140 cm, ofwel vangt hij 80+ snoekbaarzen aan de lopende band...
De Freddie Shad lijkt wat op een Finn,-S, maar dan slapper, en met een eigenaardige inkeping in de buik, die, zo wordt toch geclaimd op de verpakking, de actie aanzienlijk ten goede komt, Ze zijn daarnaast ook geparfumeerd... Of dit allemaal uitgekiende verkoopspraatjes betreffen of niet, weet ik niet - maar de teksten waren in elk geval efficiënt want ze maakten me nieuwsgierig genoeg om er ook daadwerkelijk zo eentje (lengte 12 cm, kleur 'Zulu' - godbetert, wie bedenkt die namen toch?) op een loodkop van 14 gram te prikken en uit te proberen. Dat er geurstof aan het rubber was toegevoegd, was alvast geen leugen: ze stonken uren in de wind, een soort peperachtige geur. Een beetje zoals een good old muntje van 'Fisherman's friend', in van die gele verpakkingen met een zeebonk erop... Ik begon te werpen. Het eerste halfuurtje gebeurde er niets en je weet hoe dat gaat: mijn vertrouwen begon te wankelen en in gedachten zag ik mezelf het pakje met pepermuntshads al in de vuilnisbak gooien die avond. 'Allez vooruit," dacht ik, "nog een worp hiermee en daarna nooit meer!" Ik gooide vlak onder de kant, bij een hoopje stenen. Twee roffeltjes voelde ik en ik draaide snel twee slagen in omdat ik meende dat ik de stenen voelde. Toen kwam daar dan toch een doffe bonk, en de spinhengel klapte dubbel: vis! Hij vocht eigenaardig: diep blijvend, maar zonder het bonken van een snoekbaars, de runs van een snoek.
Wat had ik aan de lijn? Pas na een paar minuten kreeg ik de vis te zien: een baars, en wat voor een! 'Wow,' riep ik, 'Maikel, kom hier - ik heb mijn PR baars eraan zitten!' Het was een echte beauty: hij miste geen schub, had een gigantische, intacte rugvin en was bijna even hoog als lang...
Een echte ouderwetse "baksteenbaars", maar dan niet van een van de grote meren uit het zuiden van Nederland, maar uit een klein plasje in het oosten! De rest van de dag was eigenaardig. Ik bleef de kanten uitgooien maar had twee uur later niets meer kunnen bijvangen. Aan het andere eind van de plas trof ik Maikel weer: hij had daar in een kuil een schooltje kleinere snoekbaarzen (30 à 45 cm) gevonden en ving er, aan een Finn-S, een stuk of acht op een rij al verticalend. Hij genoot met volle teugen van de harde klappen die deze beestjes op z'n hengeltop gaven. Ik kwam er gezellig bij liggen, ook om te verticalen, en kreeg vrijwel meteen een aanbeet: weer een baars die peper wel lekker vond ruiken. Ik heb hem niet gemeten maar hij zat tegen de 40 cm aan gok ik.
Ik was duidelijk te laat aangekomen, want de beet was er volkomen uit daar. We besloten terug naar de auto's te peddelen en onderweg te diagonalen: soms een opmerkelijk efficiënte manier van vissen bij het bellyboaten. Het is vrij eenvoudig: je laat een loodkopje van een gram of 15 naar de bodem zakken en geeft dan net zoveel lijn bij tot hij er op zo'n 10 cm van zweeft. Als het dieper wordt, geef je lijn bij, en als je trager gaat (bvb. doordat je wind tegen hebt) of als het ondieper wordt, draai je wat lijn op. Je blaast de shad leven in zoals je zou verticalen: hengel optillen zodat de shad net boven de bodem zweeft, en dan weer even bodemcontact zoeken. Een dunne lijn (ik gebruik Stroft 8/00) en een zeer gevoelige hengel, en niet te vergeten een gevoelige dieptemeter helpen je aanzienlijk bij dit spelletje. Ook deze dag leverde deze intense manier van vissen nog een paar bonusvissen op: allemaal baarzen van 25 à 35 cm. Het was best wel gek, eigenlijk: Maikel eindigde de dag met 10 snoekbaarzen en één baars, en ik met nul snoekbaarzen en zes baarzen. Zou het dan toch aan die geurstof liggen? Time will tell - ik houd jullie op de hoogte.
Tight lines iedereen!
Thomas Sintobin