De laatste rovers.

Wat waren ze lief gisteren, de rovers van het Grote Water. 29 stuks kwamen er langs om dag te zeggen op de eerste dag van mijn veertigste verjaardag en de laatste dag van het seizoen. Het waren vooral snoekbaarzen, maar ook een paar forse baarzen, een snoek en een roofbrasem die zich aan mijn kunstaasjes kwamen vergrijpen. Keiharde aanbeten, stevige robbertjes vechten, en dat allemaal op een nagenoeg windstille en vanaf de middag ook zonnige dag: wat kon ik me meer wensen? Ondanks het grote aantal, sprongen ze echter niet vanzelf in mijn armen. Ik begon op een meter of vier, vijf - omdat ik vermoedde dat ze daar zouden liggen, maar daar viel geen teken van leven te bespeuren, hoe ijverig ik de boel ook uitpeuterde. Een metertje dieper dan maar - misschien was het water te helder, en het licht te fel? Na drie kwartier was ik al op 10 à elf meter aanbeland, en toen kreeg ik eindelijk de eerste dreunen op mijn hengel waarnaar ik zo gesmacht had. OLYMPUS DIGITAL CAMERA Vanaf toen ging het een stukje beter, maar toch ook weer niet heel hard. Maar toen kwam daar dan toch een bijtuurtje. OLYMPUS DIGITAL CAMERA Wat zeg ik: drie bijtuurtjes na elkaar, een heel stuk hoge op het talud: rond de zes meter! het bleek niet uit te maken wat ik eraan hing, vorkstaartjes of schoepstaarten: als het maar rustig aangeboden werd, zetten ze er hun tandjes wel in. En ze deden het heel gretig, want deze keer miste ik amper een vis - dat ben ik de laatste maanden wel anders gewend, nochtans. OLYMPUS DIGITAL CAMERA En nu laat ik alles wat zulke tandjes heeft netjes met rust, dan kunnen ze van hun zwangerschapsverlof genieten! Vang Ze. Thomas