Everything in it's place and everything appreciatedDe rivier staat stil: er is geen stroming. Tot overmaat van ramp komt de oostenwind uit de tegengestelde richting, waardoor we geen mooie drifts kunnen maken. We zijn dus aangewezen op de elektromotor om langzaam over de hotspots te schuifelen. Twee dobbers dobberen vredig achter de boot, en aan de handhengels hebben we een fireball gemonteerd. De uren gaan voorbij zonder dat er iets gebeurt. 's Morgens zagen we nog wat vis in de oppervlakte - vooral winde en wat brasem - maar nu lijkt de boel wel uitgestorven. Op de dieptemeter is amper iets te zien. Af en toe toont het scherm een verhoging op de bodem die een andere kleur heeft; we nemen aan dat het een meerval is die ligt te rusten. En dan schiet er toch een dobber weg - eindelijk! Ik draai de lijn strak en sla, en ja hoor, daar is het vertrouwde gestomp en gekronkel van een Siluris glanis die het niet eens is met de gang van zaken en zich dan ook driftig verzet. Hij maakt geen schijn van kans tegen mijn Light Spin van 260 cm (door zijn lengte en actie de ideale dobberhengel vanuit de boot in mijn ogen) en mag dan ook al gauw even poseren.
Weer gaan er twee uren voorbij zonder actie, tot er weer een dobber verdwijnt. Ik draai de lijn strak en sla, maar het is een gat in de lucht: de meerval heeft alweer gelost. Mijn aasvis komt helemaal geraspt terug... Het verwondert me wel, want meestal laten ze hun prooi niet meer zo makkelijk los als ze hem eenmaal gepakt hebben. Het probleem is doorgaans ze zover te krijgen dat ze aanvallen, niet ze te haken. Maar goed, dat het nu niet lukte, bevestigt wat we eigenlijk al wel wisten: de besnorde beesten zijn weer bezig met hun favoriete spelletje 'playing hard to get'. We besluiten dan ook om de overblijvende 2 uurtjes iets anders te gaan doen: een beetje verticalen en werpen met shadjes en pluggen op kleiner wild. Het blijkt een schot in de roos!
Vooral de baarzen voelen zich onmiskenbaar vereerd dat we onze aandacht op hen richten. Als we er eentje tot bij de boot drillen, wordt hij regelmatig gevolgd door drie, vier soortgenoten, en meermaals staan Naim en ik allebei tegelijk met een kromme hengel in onze handen.
Ze zitten in kluitjes bijeen - soms gebeurt er honderden meters niets, en dan zijn ze daar plots weer. Waar we ze vinden, is nogal onvoorspelbaar: soms liggen ze tegen een kaaimuur aan, andere keren bij steenstort. De baarzen hier zijn stuk voor stuk fenomenaal mooi gekleurd, en er zitten echt wel behoorlijke vissen bij.
De grootste drie meten respectievelijk 44, 45 en 48 cm! Ook komen er nog wat snoekbaarzen en zelfs twee windes van dik in de 50 cm aan boord... Naim en ik zijn allebei als prostaffer betrokken bij Quantum (en Black Cat) en we maken dan ook gebruik van Quantum-rubber: Naim is de hele tijd in de weer met de gekke Sappy Shads die hij dit jaar heeft leren waarderen.
Zelf vis ik al werpend met de kleinste Battle shad, en voor het verticalen een bruine Salty Shatt'r, die een curieuze, 'rillende' actie heeft die ik nog niet bij andere shads heb gezien. Die-hard meervalvissers zouden hun hoofd waarschijnlijk vol onbegrip hebben geschud als ze ons bezig zagen juichend tijd te verspelen met de jacht op wat zij als 'aasvissen' beschouwen, maar we genieten er met volle teugen van. 'Everything in it's place, and everything appreciated' zeggen de Engelsen, en daar ben ik het helemaal mee eens. Alle visserijen hebben hun charme, toch?