Een perfecte dag... die nochtans niet zo best begon! Rond half zeven 's morgens ben ik bij Wilfred: we hebben een lekker lang dagje op de rivier gepland. Wilfred en ik vissen niet zo vaak samen, maar als het lukt om een datum te prikken, is de sfeer aan boord altijd top. Fanatieke vissers hebben elkaar altijd veel te vertellen, en als we het beu zijn om over vissen te kletsen, lossen we snel de Grote Problemen van de 21ste Eeuw even op. We laden mijn spullen over in Wilfred auto en off we go. Op zo'n tien minuten rijden van de helling komt een auto naast ons rijden met z'n venster open: "de verlichting van jullie trailerbalk doet het niet!" roept een dame. Dat is niet best natuurlijk, en we gaan dan ook zo snel mogelijk aan de kant staan. De dame had gelijk... We besluiten naar de helling te rijden en daar te kijken of we het zelf geregeld krijgen. Dat lukt helaas niet - zelfs niet met de contactspray die een vriendelijke Belg ons aanreikt. ANWB gebeld, ze zouden tussen 12 en 13u komen... We besluiten tot die tijd wat in de buurt van de helling te blijven om te vissen... We zijn een beetje sip, want ons territorium is plots wel heel erg verkleind door deze pech... maar ja, met een niet-verlichte trailer op de snelweg tuffen is natuurlijk niet het slimste wat je kunt doen, dus leggen we er ons bij neer. We beginnen werpend te vissen: aantrekkelijk ogende rietkragen en kribben uitgooien met kleine pluggen die een metertje of twee diep duiken, en shadjes op 7-grams of 10-grams loodkoppen. Al heel snel staat Wilfred met een gebogen hengel in zijn knuisten, en een dikke 40+-baars is de klos.
Twee minuten later heeft hij er weer eentje te pakken, die iets kleiner is maar hem nog altijd doet stralen. Wilfred houdt erg van baars - en daar kan ik inkomen, want het zijn dappere en ontzettend mooie dieren. "Als die toch eens een meter konden worden," zuchten we beiden tegelijkertijd - een gekende boutade... Bij mij loopt het op dat moment nog niet lekker. Wilfred is al vier aanbeten verder en ik wacht nog op de eerste tik. We besluiten even te gaan verticalen langs een mooi kantje. BOEM en BOEM! - we staan allebei tegelijk te drillen! Een paar vissen na elkaar komen aan boord - allemaal snoekbaars, maar ook één forse roofbrasem.
Die knalde op mijn Salty Shatt'r van een centimeter of tien alsof zijn leven ervan afhing, en het duurde best wel even voor ik doorhad dat ik het aan de stok had met een megalomane witvis! We tuffen naar de helling terug... Anderhalf uur en een bezoek van een praatgrage maar kundige en vriendelijke ANWB'er later kunnen we gelukkig weer verder vissen. We komen bij een interessante kant aan: een leuk talud, met plantjes in de oeverzone. De wind en de stroming duwen ons in de goede richting zodat we het stuk goed kunnen uitpeuteren. Ik monteer een zilverkleurige kwispelshad van 14 cm op een loodkop van 55 gram, Wilfred is nog iets groter en vooral ook kleurrijker bezig. Al na korte tijd krijg ik een enorme dreun op mijn Quantum Smoke Inliner: hangen! (even tussen haken: deze stok vind ik écht perfect voor het vissen met wat zwaardere loodkoppen/shads - hij heeft een geniale actie (niet te soepel, niet te strak) en is supergevoelig.... De meeste mensen houden niet zo van inliners, maar ik ben er dol op! Maar goed, terug naar de dril....) De vis voelt massief aan en is minutenlang niet van de bodem te krijgen. Af en toe neemt hij een run van een meter of tien. uiteindelijk - het lijkt een eeuwigheid te duren, maar zoals dat gaat duurt de dril in werkelijkheid veel korter dan je denkt - kan Wilfred het net onder een wel heel zwaar gebouwde snoek die de metergrens op een haar na mist schuiven.
Mijn dag is al meer dan goed! We driften verder. Snoeken melden zich niet meer, maar wel een aantal snoekbaarzen, en mooie ook. Op de volgende stek, een baai waar het van een 8-tal meter naar zo'n 2 meter loopt (en de 2-meterzone staat ramvol met planten), beginnen we weer te werpen. Onze pluggen en rammelaars trekken braaf baantjes tussen de boot (die we boven 6 meter houden) en de plantenrij. Het water is vrij troebel, maar toch vangen we een aantal baarzen; ook krijgen we de nodige missers.
Ik vermoed dat dat door die bruinige kleur van het water komt: zou het kunnen dat de vissen in zulke omstandigheden hun prooi tot op zekere hoogte missen? Als de aanbeten wegvallen, verticalen we de onderkant van het talud en een gat dat in de buurt ligt goed uit. We krijgen vooral korte tikken, die we niet verzilveren. Af en toe komt er een vis in de boot, maar die is opvallend vaak in het uiterste puntje van z'n bek of zelfs in zijn kin gehaakt, aan de stinger. Zonder stinger hadden we op dat ogenblik volgens mij geen schijn van kans! Het is ons dus duidelijk dat ze er in groten getale liggen, maar niet erg hongerig zijn. De aanbeten die we krijgen zijn vrij duidelijk aanbeten uit agressie, niet van de honger. Door stug door te zetten, komt er uiteindelijk toch een mooi aantal stekels de binnenkant van de boot bekijken.
Het wordt tijd om terug te varen; we willen geen risico's nemen met de verlichting van de trailer en dus vóór donker thuis zijn. Op de terugweg naar de helling komen we nog een krib tegen waar Wilfred in het verleden veel baars kon vangen. Om het af te leren, besluiten we die toch nog even uit te gooien. We vissen allebei met dezelfde plug - Wilfred heeft er eentje in een oranje kleurtje gemonteerd, ik in een baarsmotief. We hebben dezelfde lijn op de spoel zitten, de hengels hebben min of meer dezelfde actie - en we gooien op dezelfde vierkante meter. Geloof het of niet, maar ik vang 6 baarzen na elkaar, en Wilfred krijgt er slechts ééntje op. Het water bij deze krib is duidelijk helderder - zou dat de oorzaak zijn geweest? Joost mag het weten! Met dit interessante gegeven sluiten we deze mooie visdag af. Met zo'n 40 à 45 vissen op onze teller mogen we niet klagen. Een net-geen-metersnoek, een drietal baarzen van 45+ en de nodige snoekbaarzen tot zo'n 70 cm (geschat, we hebben ze niet gemeten) - dat noem ik 'a perfect day'!
Met een voldaan gevoel, en een goed functionerende trailerbalk, rijden we terug naar huis.