Ik hou van de nacht. Heb ik altijd al gedaan – als puber al. Als iedereen ging slapen, kreeg ik het gevoel dat ik pas begon te leven. Het schijnsel van de maan, de koele bries, de onwereldse geluiden van nachtvogels, de leegste om me heen. Destijds ging ik dan tot diep in de nacht op de pieren van Nieuwpoort of Oostende staan, maar sedert ik in het binnenland woon heb ik mijn nachtelijke jachtterrein verlegd naar de vele rivieren en plassen die Nederland rijk is. Vismaat Wiljo lacht mij altijd uit en zegt dat mensen die niet slapen in spookapen veranderen, maar ik kan toch echt wel genieten van de volmaakte rust op het water. Zelfs druk beviste stekken heb ik bijna altijd helemaal voor mij alleen… Het mooie is dat ook snoekbaarzen die rust en duisternis overduidelijk wel kunnen waarderen. Ik herinner me nog als de dag van gisteren dat ik een dagje met Maikel van Floatplus op het Hollands Diep dreef. De hele namiddag kregen we heel af en toe een klein rammeltje dat aanvoelde als een snoekbaars die even kwam knipogen, maar dat leidde geen enkele keer tot een overtuigende aanbeet. En toen werd het donker… wat ons de hele dag niet lukte, kon nu plots wel: werkelijk de een na de andere zander zette zijn tanden in onze verticaal shads. Dat hoefde eigenlijk niet te verbazen: als je naar de ogen van snoekbaarzen kijkt dan weet je gewoon dat het nachtazers zijn. Dat is ook de reden waarom ze vaak diep rondhangen overdag (naar mijn gevoel veelal te diep om er weidelijk op te vissen), en waarom troebel water of bruggen zo goed kunnen zijn. Een eigenaardigheid die onze snoekbaarzen delen met hun Amerikaanse neefjes de walleye. is dat ze in de donkere uren vaak ook de ondieptes optrekken om daar te jagen. Ik heb lang aangenomen dat ze dat vooral in de warme maanden deden om er op speldaas te jagen, maar ik weet intussen wel beter. Zelfs als het vriest kan je ze bij tijd en wijlen op het ondiep verwachten…
Een poosje geleden was ik een avond vanuit mijn bellyboat aan het meervallen op een wat dieper gedeelte van de rivier. Er stond ongeveer 8 meter water op die plek, terwijl de rest van die zone overal zo tussen de 3 en de 5 meter diep was. De avond was perfect en zelfs de maan had een meervallenkleurtje aangenomen, maar die slijmerds hadden er niet veel zin in want op een smurfje na had ik nog geen actie gehad.
Op een gegeven moment zag ik een leuk symbool staan op de rand van het talud. Ik zette mijn meervalhengel weg en liet een shad zakken aan mijn verticaal hengel … Het was volmaakt windstil – nog een voordeel van die nachtvisserij - en dus kon ik het kunstaas echt perfect boven het symbool houden. Vrijwel onmiddellijk volgde een snoeiharde aanbeet en na een korte dril kon ik een snoekbaars van een centimeter of 70 onthaken. Ik peddelde langzaam verder, evenwijdig aan het talud en stuitte vijf meter verder op een ander symbool dat eveneens een meter boven de bodem hing. Ook deze had er zin in en na een stevig robbertje vechten mocht ik een 82 cm lang snoekbaars verwelkomen. Ik besloot het meervalvissen voor die nacht te staken en die mooie steile oever eens echt grondig uit te kammen… Het resultaat overtrof mijn stoutste verwachtingen. Dat ik een dozijn snoekbaarzen ving is op zich niet zo bijzonder – maar dat er twee 80’ers en 2 dikke 90’ers bij zaten had ik nooit eerder meegemaakt! Het waren zomervissen dus geen hangbuiken maar wat kunnen die beesten er dreigend en imposant uitzien als ze hun kammen opzetten en hun kieuwdeksels open… Voor de goede orde: ik viste met v-staart shads van 18 centimeter, op roofvis jigkoppen van 30 gram en voorzien van een Gamakatsu dreg 13B nummer 1 die ik op ongeveer 5 cm van de kop had bevestigd.
Wie ook een keer ’s nachts op bellyboat avontuur wil kan ik dat van harte aanbevelen. Zorg wel dat je goed voorbereid op pad gaat. Roofvis tang & schaar, doosje shads – het moet allemaal op een vaste plek zitten en indien mogelijk vastgemaakt aan je bellyboat. Er is voor bellyboats nog geen echte wetgeving natuurlijk, maar met een beetje gezond verstand kom je al een heel eind. Blijf weg uit de vaargeul en zoek sowieso de veiligheid van de kant op als je een boot ziet – of hoort – naderen. Het allerbelangrijkste is dat je te allen tijde goed zichtbaar moet zijn. Dat doe ik zelf door middel van een goede hoofdlamp en fluorescente strips op mijn bellyboat (ik heb een Floatmaster en die heeft die dingen er standaard op zitten). Ik neem ook altijd een Besto reddingsvest mee en mijn Floatplusmotor: daarmee ben ik immers toch een stuk mobieler en dus sneller weer bij de kant als dat onverhoopt nodig zou zijn. Ten slotte geef ik voor ik het water opga ook altijd mijn positie via whatsapp door aan mijn vrouw. Dan weten ze waar ze moeten zoeken in noodgevallen… Als je al deze dingen zorgvuldig naleeft is nachtvissen vanuit de bellyboat beslist tniet minder veilig dan overdag – misschien zelfs in tegendeel want er komen amper boten langs en doordat het zo stil is meestal hoor je ze van heel ver al aankomen. The night is for the hunters – zowel voor spookapen die met een hengel in de klauwen in een drijvende stoel zitten als voor de rovers onder water – geniet ervan!