Hoewel Nederlanders erom bekend staan dat ze een neus hebben voor zaakjes, gebeuren er in dit mooie waterlandje toch zeer vreemde dingen op dat vlak. Hoe is het bijvoorbeeld mogelijk dat een handjevol beroepsvissers jaar na jaar tekeer mag gaan op de Nederlandse rivieren en grote meren? Ik ben niet heiliger dan de paus: ik eet graag vis en neem er elk seizoen wel eens een paar mee. Het komt ook niet op die paar vissen. En ook een kleinschalige beroepsvisserij kan ik wel begrijpen: die mensen moeten ook leven, en zolang ze goed weten wat ze doen, kan een gezonde populatie dat wel dragen. Maar wat het beroep de afgelopen winter heeft uitgericht op een aantal wateren, is echt hemeltergend. De druk was veel en veel intensiever dan andere jaren. Dag na dag stonden er netten bij de overwinteringsplekken van de snoekbaarzen: diepe gaten en meren in open verbinding met de rivier. Eén beroepsvisser hebben we erop aangesproken, maar meneer zei dat hij hooguit twee weken per jaar netten plaatste. Een gore leugen - ze stonden er zelfs geen twee weken NIET! Waarom het beroep de druk zo heeft opgevoerd, weet ik niet - degene die ik sprak, zei dat het crisis was voor iedereen... Leuk, als we allemaal zo redeneren, dan kunnen we binnenkort een andere hobby zoeken. Postzegels verzamelen bvb., al worden die ook schaarser tegenwoordig. Als de overheid eindelijk maar eens zou beseffen dat de sportvisserij veel en veel meer geld en banen oplevert dan de beroepsvisserij dan zou deze wantoestand in geen tijd verholpen zijn... Maar goed, door deze grootse plunderpartij vreesde ik het ergste voor een stuk rivier waar ik graag vanaf de kant vis. De voorbije tripjes ving ik telkens wel wat snoekbaarzen, maar ze leken eigenlijk meer op overmaatse stekelbaarzen dan op Stizostedion lucioperca, zoals de Latijnse naam van de snoekbaars lijkt. Met 30-40 cm had je het meestal wel gehad... Ik begon dan ook te vrezen dat enkel deze smurfjes door de mazen van het net waren geglipt.... Vandaag was weer zo'n dag. Ik kreeg de nodige aanbeten, maar de verantwoordelijken hoorden in Madurodam thuis. Als ik ze al zag, tenminste, want de meesten vielen er kort na de aanslag af omdat ik mijn kunstaasje (een Saltshaker) zonder staartdregje viste.
Ah, kleine vissen zijn ook wel gezellig - ze brengen wat leven in de brouwerij, en het is goed voor het vertrouwen dat je jezelf bewijst dat je er af en toe eentje kunt verleiden. De visserij op zich is erg plezierig: je gooit je shadje in langs de stroomnaad en draait hem met huppeltjes over de bodem terug binnen. Het vergt wat oefening om dit spelletje met een lichte loodkopje goed uit te voeren - maar als je ermee begint op een moment dat de rivieren niet al te hard stromen ben je er snel mee weg. En verlies je toch nog te vaak het contact met je shad - monteer dan een loodkopje van een paar grammen meer - tot je het juiste gewicht van de dag hebt gevonden. Terwijl ik stond te tikken voelde ik plots de bodem niet meer. Eerst dacht ik dat mijn shad in een kuiltje aan het vallen was maar voor de zekerheid sloeg ik toch maar eens aan - en yessss - hangen, en geen smurf deze keer want hij blijft diep. Na een paar minuten gooit mijn tegenstander toch maar de handdoek in de ring en ik mag op de foto met een oude krijger, die de netten toch heeft weten te ontlopen... Ik hoop maar dat hij niet de enige is.
Wanneer ik hem terugzet, druk ik hem dan ook op het hart om al zijn soortgenoten uitleg te geven over zijn ontsnappingstechniek.
Succes allemaal - bij het vangen EN terugzetten van zoveel mogelijk snoekbaarzen
Thomas