Om de een of andere reden vind ik roofvissen in de zomermaanden niet zo interessant. Ik kan het niet goed verklaren - want in de herfst en winter zit ik ze fanatiek achter de schubben en vinnen. Komt het doordat het zo druk is met allerhande watersporters in de zomermaanden, terwijl ik hou van de rust en eenzaamheid van een koude najaarsdag? Of doordat veel rovers er in de koude maanden een stuk massiever uitzien, met hun dikke lijven? Mogelijk - maar wat zeker ook een rol speelt, is dat de zomer haar eigen schatten te bieden heeft, waarvan barbeel voor mij wel de allermooiste is.
Met zijn puntige vinnen en bijzonder gespierde lijf, en de bruut ogende bek met baarddraden, zijn deze vissen echt een lust voor het oog. Ik mag dan ook heel graag de nodige uurtjes doorbrengen op een krib van de Waal of IJssel. Toen ik weer eens op bezoek was in de winkel en honderduit vertelde over mijn avonturen op Barbus barbus werkte mijn enthousiasme blijkbaar aanstekelijk, want ik kreeg Richard zo ver dat hij ook een keertje een namiddagje mee kon. Na heel veel agenda's trekken was het eindelijk gelukt en stonden we samen op een Waalkrib. We zouden maar met twee Korum hengels vissen - meer is alleen maar lastig als je de stroomnaad precies wil uitvissen - en met maden. Het voordeel van dat aas is dat je altijd wel actie krijgt, want geen enkele zoetwatervis trekt er zijn neus voor op.
Voorns, windes, brasems, kolbleien maar ook snoekbaarzen, blauwneuzen en meervalletjes: ik heb ze allemaal al als bijvangst mogen begroeten bij het madenvissen op barbeel. Maden werken vooral goed als je er een voortdurend spoor mee trekt, dat vissen van heinde en ver kunnen volgen. Om dat te bereiken gebruik ik grote en zware maden korven feeders die ik helemaal vol prop met die witte wriemelaars. De helft van de korf bestaat dan uit gewone maden, de andere helft uit maden die ik met speciale madenlijm heb bewerkt zodat ze minder beweeglijk zijn: zo vermijd ik dat ze allemaal in 1 keer de korf verlaten. De korven wegen, afhankelijk van de stroming, tussen de 120 en de 180 gram, en ik heb de zijkanten afgeplakt met krimpkous om het de maden minder makkelijk te maken. Als onderlijn neem ik 33/00 mono, met daaronder een stevig maar scherp haakje maat 8. Maak de onderlijn gerust lekker lang, 100-150cm, want dan beweegt het aas mooi natuurlijk in de stroming.
Ik gooi ongeveer om het kwartier opnieuw in, en als je dat blijft doen, krijg je vroeg of laat vissen op je stek.
Richard moest niet lang wachten: al na vijf minuten ving hij een barbeel. Het was de kleinste die ik in tijden gezien had, maar hij toverde wel een brede glimlach op ons beider gezichten. Er komt nog wel een grotere, verzekerde ik overmoedig - maar de uren vlogen voorbij en mister barbel schitterde door afwezigheid. Niet erg, zei Richard, we zijn hier om plezier te maken en niets moet en dat is wel waar, maar toch vloekte ik inwendig. Gelukkig hadden we wel genoeg te doen: regelmatig knikte een van de toppen van de hengels heftig en konden we aan de bak. Vooral grote windes bleken wel zin te hebben in een robbertje vechten - en daar is niks mis mee natuurlijk. Ik bleef echter hopen... Inmiddels begon het te schemeren en meestal schakel ik dan over op een aasje dat meer ruikt dan maden. Allicht is het bijgeloof, maar ik het het idee dat barbelen overdag toch ook best wel op zicht azen, en in de donkere uren meer op hun geur- en smaakzin vertrouwen. We regen een geurige vismeelpellet aan de hair en keilden de montages richting neringen. Rond de schemering knikte de top van de verste hengel. Richard was er in een flits bij en de hengel ging meteen in een interessante curve. Eindelijk, een ernstige barbeel! Na een paar minuten had hij de vis onder de hengeltop, waar die, zoals zoveel barbelen van formaat, niet blij van werd: koppig kopschudden, korte runs, mokken - de vis haalde zijn hele arsenaal aan truuks boven om te ontsnappen maar slaagde daar gelukkig niet in.
Een mooie 70+ barbeel mocht dan ook met Richard op de foto - en daarna weer terug de Waal in. Met een sterke staartslag maakte de vis zich uit de vinnen, twee blije mannen achterlatende. Ben je nieuwsgierig naar deze manier van vissen? Bekijk dan zeker de reportage eens die ik erover maakte met een Belgische televisiezender vorig jaar: https://www.plattelandstv.be/videos/jachtvisvangst/hengelsprokkels-vissen-op-barbeel-langs-de-waal