April doet wat hij wil

April doet wat hij wil. Noordoostenwind windkracht 3-4 en een maximumtemperatuur van 7 graden voorspelt het weerbericht. Net wanneer de watertemperatuur een stijgende lijn vertoont wordt deze onderbroken door een koudefront. Veelbelovend is net iets anders. Het vriest aan de grond wanneer ik toch vertrek richting de rivier. Ik heb mijn vrije dagen nu eenmaal niet uit te kiezen en de drang naar het vangen van een grote vis in overmatig aanwezig bij mij in het voorjaar. Van elke gelegenheid probeer ik dan ook gebruik te maken op jacht naar een gigant. Het snoeken verliep me na een taaie start in februari erg vlot in maart, met als bonus twee echt grote snoeken waarvan er zelfs één zich vergreep aan m’n zelfgemaakte streamer. De meerval visserij daarentegen trok me iets minder dit voorjaar, maar nu de gesloten tijd zijn intrede deed is het wel de ideale tijd om achter zo’n grote rivierbak aan te gaan. OLYMPUS DIGITAL CAMERA Tussen het snoeken door had ik meestal ook wel een meervalhengel in de hengelhouder klaar staan voor het geval ik een meervalstek passeerde of de snoeken echt geen medewerking verleenden. Zo ving ik de afgelopen weken wel een aantal meervallen. Het formaat is niet belangrijk zeggen vrouwen weleens maar ik had de meervallen toch graag een maatje groter gehad. Het leek wel of ik sinds de afgelopen zomer een abonnement had op meervallen in de klasse 100-120 cm. Niets mis mee. Ik viste ook wel met kunstaas aan licht materiaal en had daardoor wel veel sport aan deze vissen, maar toch… Als je éénmaal een vis gevangen hebt een stuk groter dan jezelf, ben je verslaafd aan het gevoel van een stevige hengel die minutenlang tot in het handvat kromgetrokken wordt. Een vis die in de buurt van de twee meter komt, of liever nog een stukje er over gaat. Zoals beschreven in één van de vorige verslagen viste ik vandaag ook met een eenvoudige dobbermontage aan de bij hengel. Een Fox dobber met een drijfvermogen van 50 gram, een schuiflood van hetzelfde gewicht en een onderlijn. Deze onderlijn maak ik van het schuurbestendige Spro aramid braided leader, in een dikte van 50/00. Twee haken van het type Owner Gorilla light maatje 4/0 in tandem gemonteerd. Deze haken zijn relatief klein voor een 4/0 maar komen daardoor muurvast te zitten in de bek van een meerval. Naar mijn mening wordt er vaak onnodig met grote haken gevist. Sinds ik kleinere haken ben gaan gebruiken voor de visserij met pieren is het aantal lossers ook duidelijker verminderd. In de karper visserij is het net hetzelfde. Met een haakje maat zes of zelfs 8 worden vissen van over de 30 kg gevangen. Een haak is namelijk op zijn sterkste wanneer de haakbocht volledig met vlees gevuld zit en daardoor muurvast zit in de bek van de vis. Een te grote haak raakt niet volledig gevuld. Er komt meer druk op de punt te staan, met makkelijker uitbuigen tot gevolg. OLYMPUS DIGITAL CAMERA De handhengel, een oude Black Cat meervalhengel, wordt voorzien van een inline karperlood van 60 gram en een zelfde onderlijn als bij de dobberhengel. Deze kan ik makkelijk op verschillende dieptes aanbieden naargelang de info die ik doorgespeeld krijg van m’n Lowrance visvinder. “De ochtendstond heeft goud in de mond” wordt weleens gezegd, maar dit gold dan toch niet vandaag. Op de stek waar de vissen van alle soorten vaak opgestapeld liggen is nu haast een teken van leven te zien. Zo eigen ook aan het riviervissen en vissen op groot water. Het kan elke keer weer anders zijn. Het idee dat een grote vis vaak solitair is houdt me tegen om snel te verkassen. Ik geef de gekozen zone een paar uur de kans. Het is tenslotte een zone waar veel vis passeert. En dan zijn er altijd grote rovers in de buurt. Ik zoek de uithoeken van deze zone op maar krijg geen enkele aanbeet of teken van meervalleven. Op naar een volgende stek. In minder dan vijf minuten tijd ligt de Floatmaster XL bellyboat en m’n uitrusting in de auto en vertrek ik naar een zone kilometers verderop. Dit is het handige van het bellyboatvissen. Je bent relatief compact met je hele uitrusting en verkassen is zo gebeurd. Meestal doe ik op deze manier twee of zelfs drie stekken of zones in een dag. En met de Float Plus verplaats je je vlot op het water zonder je moe te trappelen. De tweede stek is op een ander stuwgedeelte met een gevarieerd bodemprofiel met dieptes tot 12 meter. Deze stek leverde me in het verleden bijna altijd meerval op, al was het gemiddelde formaat er aan de lage kant. Zo ken ik nog wel een aantal stekken waar het meestal kleinere formaten zijn die voor actie zorgen.  De gure noordoostenwind doet goed haar best. De wind snijdt langs m’n oren en voelt een stuk kouder aan dan de 7 graden die voorspeld werden. Ook hier krijg ik nauwelijks teken van leven te zien op de dieptemeter. Net als ik op het einde van een drift kom waarna ik wil terugkeren richting auto gebeurt er dan toch het onverwachte. De dobber van de bijhengel is plots uit het zicht verdwenen. Wanneer ik de hengel uit de steun neem zie ik de Fox dobber die anders toch goed zichtbaar boven het water uitsteekt, zweven net onder de waterspiegel. Het lijkt op het eerste zicht alsof het aas aan de bodem vastgelopen is en daardoor de dobber net onder de oppervlakte trekt. Maar de montage is afgesteld op drie meter terwijl ik boven zes meter water drift…  Ik draai de lijn strak en zet stevig maar gecontroleerd de haak. Het lijkt eerst of ik vasthang maar de vis begint onmiddellijk met de staart om zich heen te slaan en zwemt in tempo richting oever. OLYMPUS DIGITAL CAMERA ‘Wild’ is de beste omschrijving die ik kan geven voor deze vis. Ik kan de vis makkelijk binnenpompen en het lijkt om een middenmaatje meerval te gaan. Tot deze vis beslist om koers te zetten richting overkant. Meters lijn worden van de Abu reel getrokken en er is even geen houden aan. Als ik nog harder trek lig in uit m’n bellyboat. De kracht die je op een hengel kan zetten in de bellyboat is door je zithouding ook beperkt. De hengel staat minutenlang als een hoepel krom en het idee van een midden maatje wordt bijgesteld. Na een kwartiertje touwtrekken krijg ik de vis voor het eerst te zien. Een stevige vis van om en bij twee meter met een relatief kleine kop is mooi donker gemarmerd. Een eerste poging om de vis te landen in de oeverzone mislukt. De oever met grote stenen loopt de steil af en het lukt me niet om stevig bodem onder m’n voeten te krijgen. Dan maar de vis landen tussen de benen. Dit lukt aardig en ik til de kop van deze reus zo ver mogelijk op de schoot. De Floatmaster helt gevaarlijk naar voor en ik probeer deze terug in balans te krijgen door naar achter te leunen met de vis. De camera maakt ondertussen enkele plaatjes. Een vis van dit formaat is haast niet volledig in de bellyboat te tillen. Als ik de vis nog verder probeer aan boord te tillen wordt de helling van het zitje richting voorkant wel erg groot en lig ik er bijna in met m’n vangst. De foto’s zijn minder goed geslaagd dan ik gehoopt had maar er is er toch eentje bij waar ik echt tevreden van ben. OLYMPUS DIGITAL CAMERA De Owner Gorilla light zit muurvast in de bovenkaak en wordt losgemaakt. Daarna laat ik de vis terug het water inglijden waarna ze onmiddellijk terug wegzwemt. Op deze manier ziet zo’n vis ook nauwelijks af en ik heb er een goed gevoel bij. De lengte is een beetje schatten maar het zijn niet de centimeters die een mens gelukkig maken toch… Voldaan keer ik terug richting auto en huiswaarts. Tot een volgende keer Jo Mebis