Fin de saison op de Randmeren

‘Als we nu eens een nachtje bij Kees zouden gaan logeren, zodra het weer wat beter wordt?’ Aan het woord is de altijd even dynamische Maikel, mijn bellyboat vismaatje. De voorbije jaren trokken we er in het vroege voorjaar meermaals samen op uit om het seizoen ‘uit te wuiven’ met de bellyboats. We vangen dan vaak erg goed: alsof de vissen weten dat ze ons een paar maanden niet meer zullen zien en daarom nog een laatste keer dag komen zeggen. Maikel is een echte snoekbaarsgek. Snoek en baars vangt hij als bijvangst, maar als hij moet kiezen tussen een snoek van 110 of een snoekbaars van 85 cm, dan kiest hij resoluut voor die laatste. Ik vind snoeken juist heel erg leuk. De voorbije twee jaar waren we telkens naar een typisch snoekbaarswater getrokken (Hollands Diep), maar omdat Maikel mijn liefde voor Esox lucius kent en een aardige gozer is, stelde hij voor om deze keer dan maar ‘Up North’ te gaan voor een snoekentripje. ‘Maar ik ga wel verticalen hoor,’ voegde hij er schalks aan toe… Concreet boekten we een kamer bij mijn vriend Kees van Dorp, van het Veluwemeerpension (www.veluwemeerpension.nl). Zijn speciaal op sportvissers afgestemde pension is een ideale uitvalsbasis voor zo’n beetje alle Randmeren, en dat daar veel en grote snoeken huizen, dat is inmiddels al lang geen geheim meer. OLYMPUS DIGITAL CAMERA De eerste dag is het weer zomers: een strakke blauwe lucht en geen zuchtje wind. Ik zit nog in mijn winteroutfit, maar een t-shirt volstond! Lekker relaxt peddelen we de eindeloze oevers langs. Het water is niet heel helder – ik schat het doorzicht op een meter of zo – maar dat hoeft geen nadeel te zijn, want dan heeft mister Snoek ons niet zo in de smiezen. Toch? Mister Snoek speelt het spelletje helaas niet mee. Na anderhalf uur gooien met jerkbaits over het ondiepe, hebben we nog geen tik gekregen. Maar dan kom ik bij een kommetje aan waar het talud een stuk grilliger blijkt te zijn. OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Eén worp en het was raak: een leuke snoek van zo’n 80 cm heeft mijn Toppie van Aad Dam te grazen genomen. Hij pakte hem vlak voor mijn voeten: ik zag de vis volgen, liet de jerkbait heel even stil hangen naast mijn flipper zo ongeveer, en SLURP, hangen! De tweede worp in datzelfde kommetje is het warempel weer prijs: opnieuw een mooi getekende snoek die de klos is. Deze keer zal hij rond de 65 cm geweest zijn. Beide vissen zijn overduidelijk mannetjes: slank, brutaal, actief. Waar hangen de vrouwen uit, mompel ik. Vijf minuten later slaat Maikel, die inderdaad koppig aan het verticalen is met zijn geliefkoosde Finn-S in de vaargeul, zijn hengel hoepelkrom op iets dat overduidelijk van een heel ander kaliber is. Na een stevige dril komt een ontzettend mooie vis langszij, die rond de meter lang blijkt te zijn. OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Een paar snelle fotootjes en hup, daar glijdt deze schoonheid elegant weer de diepte in. Zouden ze nu dan toch los zijn? Twee uur later weten we het antwoord: nope. Inmiddels heb ik al zo ongeveer alle technieken die ik ken toegepast: jerken op het ondiep, taluuds aftasten, werpend met grote en kleine en middelgrote pluggen en shads, verticalen en noem maar op, maar niets lijkt te werken. Dit hele meer lijkt wel uitgestorven! We weten echter beter en vissen koppig door; sowieso is het lang geen straf om hier rond te hangen, op deze fenomenale lentedag. En dan krijg ik toch een aanbeet op een shad, op een meter of twee diepte. Ik voel meteen dat het ook een hele goeie vis is en na een pittige dril krijg ik gelijk. OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Het is opnieuw een prachtige snoek, iets langer dan die van Maikel maar beduidend lichter. Gek genoeg krijg ik vrijwel onmiddellijk na deze vangst weer een aanbeet, die een snoekje van rond de 75 cm oplevert. Daarna wordt het weer stil voor een hele poos. Wanneer we terug peddelen richting haven, laat ik een grote Yolo-shad rustig meezwemmen, een metertje of zo boven de bodem. Je weet maar nooit… en inderdaad: je weet maar nooit, want plots klapt de hengel dubbel en sta ik te drillen op iets dat zwaar en lomp aan het stompen is. Wat is dit? Wanneer ik de vis voor het eerst zie, kan ik mijn ogen niet geloven: een kolossaal ogende snoekbaars laat zich zien. Nu weet ik ook wel dat er op alle Randmeren snoekbaarzen zwemmen, maar het zijn er toch niet bepaald heel veel, zodat ik wel héél erg blij ben met deze schitterende vis! Zeer voorzichtig nemen we een paar foto’s van dit kasteel. OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Met haar 85 cm was ze geen verbetering van mijn PR qua lengte, maar qua gewicht kon dit best wel eens mijn zwaarste snoekbaars ooit zijn geweest. ’s Avonds gaan Maikel, Kees en ik de vangst, en mijn verjaardag, vieren in een Grieks restaurantje in Nunspeet. De restauranthouder luistert geboeid naar ons verhaal maar schudt zijn hoofd meewarig als we hem uitleggen dat we alle vissen ongedeerd hebben teruggezet. ‘Maar jongens toch, die had ik lekker kunnen klaarmaken voor jullie vanavond!’ Over de tweede dag kan ik kort zijn: het is ineens bar koud, er staat een snoeiharde wind, ik word plots ziek (met koorts en hoofdpijn: het hele pakket!) en ga zelfs een uurtje op de oever liggen omdat ik me zo beroerd voel… Maikel zet dapper door en vangt een mooie snoek op het ondiep, aan een jerkbait. Hij had zich als doel gesteld om toch één keer in zijn leven iets te vangen met een jerk en die missie is netjes geslaagd. Ik heb nog geen tik gekregen. Wanneer we, in mijn geval met de moed in mijn flippers gezakt, al na een paar uur vissen terug flipperen, krijg ik plots weer een gigantische klap op mijn shadhengel. En geloof het of niet: het was wéér een snoekbaars die de Yolo een kopje kleiner wou maken, deze keer een slanker exemplaar van eind de 70 cm… OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Bizar gewoon, jaren naeen vang ik amper een snoekbaars hier, en nu twee zo kort na elkaar, en dat terwijl we hier toch echt wel voor snoek zijn gekomen. Gekke hobby, nietwaar? Tight lines, iedereen - tot in juni! Tom