Kreeftenburchten

Kreeftenburchten In een boekje over 1765 vraagt ene Martinus Houttuyn zich af hoe groot ‘Perca Fluviatilis of Rivier-baars’ kan worden. Er wordt beweerd, zo stelt hij, dat de soort ‘vijftien Duimen lang’ kan worden en dat kan hij beamen want hij heeft ze zelf gevangen van die lengte. Hij heeft ook horen gonzen dat  er baarzen geclaimd werden van ‘een Elle lang’ maar dat kan hij niet bevestigen… Het blijkt nog niet zo eenvoudig te zijn om deze oude lengtematen om te zetten naar hedendaagse centimeters. Een Amsterdamse duim was bijvoorbeeld 2.57 cm lang, terwijl een Vlaamse duim 2.54 cm was en een Nijmeegse 2.7 cm…. Een baars van 15 duim was dus ergens  tussen de 38 en de 41 cm. Een baars van een ‘Elle’ is nog lastiger in te schatten: in Amsterdam zou dat beest 68.8cm zijn geweest maar in Twente ‘slechts’ 58.7 cm… ‘Slechts’ zet ik tussen aanhalingstekens want als ik één baars van dat formaat zou mogen vangen in mijn leven, dan mogen ze de foto ervan te zijner tijd aan de binnenkant van mijn grafkist kleven zodat ik er tot in de eeuwigheid amen naar kan liggen kijken. Natuurlijk ken ik ook al die geruchten van baarzen van 60+ op social media, en ik ken ook dat ene filmpje van een Zweedse baars van dik boven dat magische getal – maar iets in mij blijft heel sceptisch wachten op een volstrekt onverdachte meetplankfoto. Tot ik die heb gezien geloof ik enkel in het bestaan van baarzen tot 56.5 cm (sedert een week) – het ‘officiële’ Nederlandse record. 1 De achttiende-eeuwer Houttyun had nog meer interessants te melden over baarzen: ‘De Baars is in ’t zwemmen zeer vlug en snel, ja weinig minder dan de Snoek, tegen wiens aanrading hy zig door zyne Stekelige Vinnen zodanig weet te verdedingen, dat die Vischvraat er geen vat op heeft’. De baars zelf is volgens hem een gevaarlijk beestje want hij eet zich rond aan het broed van andere vissen met als gevolg dat men ‘in Wateren, die zeer ryk zyn van Baars, weinig Bley, Ruisch of Voorn vindt’. En ook andere dieren zijn niet veilig want Houttuyn zelf heeft al ‘een volwassen Kikvorsch, nog geheel, uitgenomen dat dezelve zyn eenen Poot verlooren hadt’ in de maag van een baars aangetroffen, en hij weet ook ‘dat men somtyds Rivier-Kreeften, die nog geheel waren, gehaald heeft’ uit geslachte baarzen. Dat baarzen aan de kaken van snoeken weten te ontsnappen, waag ik te betwijfelen – daarvoor heb ik al te veel grote snoeken gevangen met een dode baars als aas. En ook sluit een goed baars bestand een prima bestand aan witvis niet noodzakelijk uit – de Waal en de IJssel zijn daar perfecte voorbeelden van. Maar wat ik ook al heb gezien is dat nogal wat rivier plassen waar je eigenlijk maar zelden scholen witvissen treft, zoals het inmiddels wereldberoemde Maurik, een imposant baars bestand kunnen hebben. Als je daar met je boot rondvaart en met de fishfinder op zoek gaat naar vissen, dan lijkt het soms wel of de plas grotendeels uitgestorven is – img-20191211-wa0028 en toch worden de baarzen er moddervet. Ik vermoed dat ze daar dus op andere prooien zijn overgeschakeld, en ik ben bijna zeker dat het kreeftjes betreft. Die zijn zeer eiwitrijk, en daar worden de baarzen vet van, en ook verklaren de scherpe scharen van die krengen de vele grijze bulten en littekens in de bekken van gevangen baarzen. En eigenlijk heb ik daarmee al de tip van dit stukje gegeven: wil je grote baarzen vangen, ga dan op zoek naar wateren waar veel voedzame prooien voorkomen. Visbroed en grondels zijn goed, maar kreeften zijn beter. Véél beter. Kijk maar eens naar al die monsterlijk grote karpers op de bekende Franse wateren: die zijn echt niet alleen maar op boilies zo dik geworden… Op St.Cassien, in Zuid-Frankrijk, zwommen al record karper rond vóór de eerste boilies daar te water ging – voornamelijk op kreeften. En ook baarzen zijn lekkerbekken die net als karpers en mensen een ‘hommard’ van tijd tot tijd weten te waarderen. kreeft Kreeften dus. Eenmaal je weet dat baarzen daarop jagen, kan je een water heel gericht bevissen omdat die beesten zich bij voorkeur op welbepaalde plekken schuilhouden. In mijn tropische aquarium thuis ligt 1 steen met een holte in, ter versiering. In de hele bak zitten twee kreeftjes en die maken dag na dag ruzie over wie er in dat gat mag zitten: het enige wat je  ziet zijn een paar voelsprieten en de twee scharen – het hele achterlijf zit veilig beschermd in het gat… Conclusie: kreeften houden er niet van om met hun achterwerk bloot te lopen en zoeken dus allerhande schuilplekken op. Als je weet waar de obstakels liggen op jouw water, dan zou ik je aanraden om die grondig uit te vissen. Alles waarvan je vermoedt dat kreeften zich erin kunnen verbergen kan een hotspot vormen: steenstort, mosselbanken, verzonken bomen en takken, meerpalen, wrakjes, onderwatereilanden en richels, en – in de zomer – plantenbedden. Sommige daarvan zie je staan met het blote oog, andere kan je heel makkelijk voelen door de stek met een Carolina of Texas rig te bevissen in combinatie met een Spro tungsten bullet sinker werpgewichtje. aviary-image-1574628050623 Als je dat over een mosselbank heen trekt, voel je de hengeltop hevig daveren. Richels en onderwatereilanden kom je op het spoor door te tellen hoe lang het duurt voor je softbait of dropshot lood de bodem aantikt. Tel je al de hele tijd tot 25 en is het plots maar 10 meer, terwijl je op dezelfde afstand van de over hebt gegooid? Bestook die plek dan maar een poosje. Natuurlijk worden er ook heel wat baarzen gevangen boven zand, op plekken waar geen zich zelf respecterende kreeft dood gezien zou willen worden – maar de kreeftenburchten zijn sowieso altijd de moeite waard om uit te vissen. Geef daarbij ook niet te snel op. Ik heb al meermaals meegemaakt dat ik al een half uur nagenoeg dezelfde worp stond te maken zonder ook maar 1 tik – om dan plots een serietje dikke baarzen te vangen. Lagen die er al de hele tijd of waren ze pas aan komen zwemmen? Ik zou het niet weten – maar het speelt uiteindelijk geen rol: als je ze maar in je net krijgt natuurlijk. Succes! Thomas Sintobin