Loodkoppen en trillingen

Loodkoppen en trillingen Onlangs las ik in een Amerikaans blackbass artikel uit de jaren 90 dat het een verschil maakte qua vangsten of je loodkop en je shad in elkaars verlengde lagen of niet. Anders geformuleerd: of je bijvoorbeeld een bolle loodkop combineert met een slanke shad, dan wel of je langwerpige loodkop naadloos overloopt in het shadlichaam. Volgens de auteur waren de grootbekbaarzen wantrouwig geworden tegenover bolle loodkoppen. Zijn argument luidde dat het profiel van zo een kunstaasje helemaal niet natuurlijk aandeed en dat de blackbassen dat maar al te goed door hadden. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen: blackbassen, net als de meeste roofvissen, bespieden hun prooi vaak van onderaf en het silhouet van de met een verschillend type loodkop verzwaarde shads is natuurlijk totaal anders. De foto’s bij zijn tekst spraken boekdelen: gigantische bekken met daarin inderdaad loodkopjes met dezelfde diameter als de shad. shads1 snoekbaars-1 Ik kreeg deze theorie maar niet uit mijn hoofd: zou dat ook voor onze eigen roofvissen kunnen gelden? Daarom ben ik de laatste maanden aan het experimenteren met diverse types loodkoppen, zowel bij het werpend vissen op baars als bij het pelagisch vissen op snoekbaars. Ik heb tot nog toe twee dingen geleerd. Het goede nieuws is dit: langwerpige, visvormige loodkoppen vangen uitstekend, daar valt niet aan te twijfelen. Het minder interessant inzicht is: ook de bolle loodkoppen waar mijn vismaten mee aan de slag zijn, leveren vis op. Een paar visdagen volstaan natuurlijk niet om snoeiharde conclusies te trekken, maar ik blijf het uittesten. Mijn gezonde verstand (maar dat is in de hengelsport lang niet altijd alleenzaligmakend…) zegt namelijk dat een shad met een bolle loodkop 100 procent zeker andere trillingen uitstraalt dan een shad met een langwerpige loodkop. Dat moet wel want het water stroomt er nu eenmaal anders langs. Denk maar aan de shads met inkervingen die sommige merken op de markt hebben gebracht (zoals de Berkley Ripple Pro, sommige shadjes van Storm, de Quantum Battle shad en de Salty Shatter van Quantum of de good old Relax-shad van Kopyto): ook die hebben een andere actie dan shads zonder inkervingen. snoekbaars-2 Ik zeg niet dat die actie noodzakelijk altijd beter is, maar ik ben ervan overtuigd dat er sommige dagen zijn waarop ze shads met inkepingen verkiezen boven shads zonder inkepingen, en dagen waarop het net andersom moet zijn. Je kunt het vergelijken met kleuren en vormen. We hebben allemaal al wel dagen gehad waarop bijvoorbeeld een knaloranje vorkstaart werkelijk al de andere shads naar huis viste, terwijl ze de dag erna echt een bruine Culprit moesten hebben en die vorkstaart onaangeroerd bleef… Ik herinner me nog een dag met mijn maatje Maikel Lambregts van Float Plus op de Dortsche Kil lang geleden: ik ving werkelijk de een na de andere vis op een kleine Lunker City Salt shaker in de kleur Metallic Carrot, en hij kreeg amper een tik. Koppig bleef hij zijn hele doos shads proberen in alle mogelijke vormen en kleuren, maar hij begon pas te vangen nadat hij, schoorvoetend, dan toch ook maar eens een Saltshakertje in de speld hing… snoekbaars-3 Samenvattend: snoekbaarzen en soms ook baarzen zijn grillige beesten en we zijn dan ook allemaal voortdurend in de weer met kleur, type en formaat van shad om het de stekelige heren en dames naar de zin te maken. De specifieke vorm van de loodkop is volgens mij echter een factor waar we nog te weinig rekening mee houden… Hoe belangrijk die is, zal de toekomst moeten uitwijzen. Bij mijn laatste bellyboat visdag legden de visvormige loodkoppen mij tijdens het pelagische vissen alvast geen windeieren! Ik ving een tiental snoekbaarzen, waaronder twee keer mijn PR. De dikste van dat duo leek qua bouw meer op een karper dan op een snoekbaars – en ik zit dus al een paar dagen op een wolk... Ik ben benieuwd naar jullie ervaringen! rug Thomas Sintobin