Oma, wat een grote bek!

OLYMPUS DIGITAL CAMERA De largemouth bass heeft zijn naam niet gestolen: er zijn maar weinig vissoorten van dat formaat die zo'n gigantische klep hebben. De rest van zijn lichaam blijft toch vrij bescheiden qua afmetingen: biologen menen dat hij maximaal 75 cm lang kan worden, bij een gewicht van even over de 11 kilogram. Tot nog toe hebben sportvissers maar een handvol officieel erkende blackbassen, zoals hij ook genoemd wordt, van boven de tien kilogram gevangen. Lange tijd bleef de vis die de twintigjarige boer George Perry in 1932 uit een kleine poel in Georgia had weten te trekken, de absolute nummer een: 22lb4oz  oftwel 10,12 kilogram. De hele familie van zes personen kon er twee avonden lang van smullen! Sederdien werd een vis gevangen die zeker groter was. Het betrof een blackbass met de naam Dottie uit een meer in California, die makkelijk herkenbaar was door een zwarte vlek bij haar kieuwdeksels en die meermaals gevangen werd: net onder de 10 kilogram in 2003, ruim 11 kilo in 2006. Ze was echter vals gehaakt, waardoor ze niet als officieel wereldrecord kon worden geclaimd. Drie jaar later wist een Japanner die oervis van Perry te evenaren, tot op de gram nauwkeurig, met een blackbass uit het Biwa-meer in Japan. Hij had een nog veel grotere zien zwemmen, claimde hij, maar die wilde niet bijten. Wanneer die 22lb4oz officieel verbroken zal worden, is onduidelijk. In Japan worden grootbekbaarzen inmiddels actief bestreden als een ongewenste exoot (onder andere door de paaiplekken elektrisch af te vissen), zodat die ongevangen gigant allicht al dood is inmiddels. Specialisten geloven inmiddels meer in een nieuwe recordvis uit Cuba of Zimbabwe, van een van de andere plaatsen ter wereld waar deze oorspronkelijk enkel in Noord-Amerika voorkomende soort de voorbije 150 jaar werd uitgezet. De Californische reservoirs zijn ook ernstige kanshebbers, want sedert biologen ontdekt hebben dat er meerdere soorten van grootbekbaars bestaan en dat alle recordvissen tot nog toe tot een en dezelfde soort behoren, de zogenaamde Florida bass, wordt die massaal uitgezet. Er is dus zeker hoop voor de toekomst! Terug met de voeten op de aarde: blackbass van boven de 10 kilogram is op dit moment nog altijd waanzinnig zeldzaam een beetje het equivalent van een snoek van meer dan 140cm of een snoekbaars van boven de 110 cm, in feite. Een grootbekbaars van boven de 50 cm is overal ter wereld, en al helemaal in Europa, een beste. Ondanks dit doorgaans dus niet bijster spectaculaire formaat, zijn hele volksstammen aan deze vissoort verslingerd geraakt. Amerikanen organiseren zelfs meerdaagse wedstrijden waarmee zo maar eventjes een half miljoen dollar te verdienen valt! Ook buiten de VS heeft de forelbaars de Nederlandse benaming voor de soort veel fans, en het worden er elk jaar meer. Maar hoe is het mogelijk dat een relatief klein blijvende soort toch zo crimineel populair is? Het antwoord is simpel: spektakel. Als je er een gehaakt hebt, dan ontpopt hij zich steevast tot een volleerde acrobaat: met een reeks indrukwekkende sprongen, waarbij hij zijn bek wijd opent en zijn kop woest schudt, probeert hij zich van de haak te ontdoen. Pijnlijk vaak lukt dat hem dan nog ook! OLYMPUS DIGITAL CAMERA OLYMPUS DIGITAL CAMERA Op reis Ooit, in een ver verleden, zwom er blackbass in de Vlaamse waterlopen. Het waren er niet veel, en ze zijn niet lang gebleven, maar ze zijn er wel geweest. De eerste officiële waarneming van de soort in Vlaanderen geschiedde in 1877, aldus de bronnen van het INBO (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) in de lezenswaardige studie De visbestanden in Vlaanderen, anno 1840-1950 (2003). In 1890 heeft ene Gens zich zelfs geamuseerd met het tellen van het aantal door het Bestuur van Waters en Bossen uitgezette forelbaarzen tussen 1884 en 1890: het waren er 43. Ze maakten deel uit van een gigantische hoop exoten die deze instantie in die periode in België heeft uitgezet: 2 miljoen vissen, waaronder inheemse vissen maar ook meerforellen, Atlantische zalm en beekridders. Saillant is overigens dat de uitzettingen blijkbaar niet evenredig verdeeld werden over Vlaanderen en Wallonië, want er kwamen klachten van vissers binnen die mopperen omdat praktisch alle vis naar Wallonië gaat. Belgische toestanden dus, ook toen al! Wat later kregen de Vlamingen dan toch hun kans, want forelbaarzen werden net voor en na de eeuwwisseling uitgezet in behoorlijk wat wateren, zoals de Oude Leiearm te Astene (uitzetting in 1914), het Lokanaal (uitzettingen in 1912 ter hoogte van Steenkerkebrug), de Damse Vaart (uitzetting in 1912), de Demer (uitzetting in 1900), Maas en Schelde (uitzettingen 1890). Van de IJzer kwam er zelfs nog een melding van een blackbass die daar in 1926 werd gevangen! En in Wallonië? Daarover vond ik geen precieze bronnen, maar wel stel ik vast dat de forelbaars nog altijd in de visserijwet (stammend uit 1954) staat, want hij heeft een gesloten seizoen. Een Waalse sportvisser die ik ken, mailde me dat hij er een jaar of vijftien geleden eentje heeft zien vangen in de Maas bij Tihange (ja, in de buurt van die kerncentrale waarrond de laatste maanden zoveel ophef is ontstaan). De vis was zo'n 25 centimeter lang en hij viel voor een Mepps-spinnertje; hij zwom trouwens tussen de zonnebaarzen in. De vanger heeft er nog dagenlang rondgestruind met kunstaas, maar van blackbassen geen spoor meer. Kwam die ene uit een aquarium, of ontsnapte hij bij hoogwater uit een privevijver (de soort wordt de laatste decennia blijkbaar frequent uitgezet in zogenaamde zwemvijvers, om muggen te bestrijden!)? Of is hij via Frankrijk komen aanzwemmen? Dat laatste lijkt nu nog zeer onwaarschijnlijk, ook al is duidelijk dat het verspreidingsgebied van de blackbass in Frankrijk zich in noordelijke richting is aan het uitbreiden. En wie had er 25 jaar geleden kunnen vermoeden dat roofblei, die via Duitsland is komen aanzwemmen, zich snel over de lage landen zou gaan verspreiden? justo adrian Maar goed, veel succes ga je als blackbassvisser in de Lage Landen dus niet boeken, nog niet. Gelukkig zijn er ook landen in of net buiten Europa waar uitzettingen meer succes hebben gehad. Met name in het Zuiden: Zuid-Frankrijk, Portugal, Spanje, Corsica, Marokko, Italië, Sardinië zitten er zat. Een Spaanse streek wordt altijd weer genoemd en geroemd als het over blackbass vissen gaat: Extremadura. En dat is terecht. Elk jaar worden in de immense stuwmeren aldaar bakken van grootbekbaarzen gevangen, tot boven de 60 cm/4 kilogram. Er wordt vaak verteld dat de dictator Franco ze in de jaren 50 heeft geimporteerd om zijn Amerikaanse vrienden te plezieren, maar anderen zijn dan weer van mening dat de vissen werden uitgezet in de buurt van luchtmachtbasissen van het Amerikaanse leger, ter verstrooiing van Amerikaanse militairen die daar ten tijde van de Tweede Wereldoorlog voor langere tijd moesten verblijven. Wat er ook van zij, de Spaanse meren zitten vandaag de dag ramvol met grootbekbaars. Wie echter denkt dat hij snel even wat bassies bij elkaar gaat harken door zomaar in het ronde te gaan gooien met een spinner, vergist zich schromelijk. Bassen mogen er met die gigantische bek van hen dan wel extreem vraatzuchtige niets ontziende vreetmachines uitzien, maar ze zijn doorgaans toch een stuk sluwer en grilliger dan men zou aannemen. Op mijn laatste trip naar Extremadura konden mijn vismaten en ik dat weer aan den lijve ondervinden: we moesten werkelijk alle trucs bovenhalen om de sleutel tot succes te vinden. Of beter: de sleutels tot succes, want we zagen ons vaak meermaals per dag genoodzaakt om radicaal van techniek te veranderen om de heer en mevrouw Micropterus salmoides aan de schubben te blijven komen! Om u wat op weg te zetten, beschrijf ik in wat volgt de technieken waarmee ik zelf veel succes heb geboekt, daar in Spanje. OLYMPUS DIGITAL CAMERA OLYMPUS DIGITAL CAMERA Van meerdere markten thuis Ik begin maar eens met de allerleukste techniek: het vissen met oppervlaktekunstaas zoals poppers, stickbaits om walk the dog-stijl mee te vissen (sigaarvormige plugjes zonder schoep) en propellorbaits. Ze doen allemaal iets in de bovenste waterlaag: poppers spuwen water voor zich uit, stickbaits gaan zigzaggend door of net onder het wateroppervlakte, propellerbaits laten met hun propeller(s) een spoor van kleine luchtbelletjes en schuim na. Het kostte mij best wel wat moeite om vertrouwen te krijgen in dit type kunstaas. In de oeverzone of tussen de takken geloofde ik het nog wel, maar als ik boven wat dieper en open water viste, zakte de moed mij al snel in de schoenen: waarom zou een vis in vredesnaam helemaal naar boven komen om zo'n gek ding te pakken? Na een paar uur vissen was die twijfel echter helemaal weg. Wat ze erin zien, weet ik niet mogelijk een kikker of een gewond visje dat niet meer kan duiken doordat zijn zwemblaas niet meer functioneert maar ze knallen erop alsof hun leven ervan afhangt, met veel geplons en gespetter. Regelmatig komt het voor dat je een blackbass met kop en schouders boven water achter je kunstaas ziet opduiken, net voor hij toeslaat; neem van mij aan, dat je hart dan een paar slagen mist! Ik heb ondervonden dat ik met een snel gevoerd oppervlaktekunstaas meer aanbeten kon uitlokken dan met iets dat ik aan een slakkengangetje liet voorbijkruipen. Ergens is dat ook logisch: hoe sneller je popt, propellert of zigzagt, hoe meer kabaal/waterverplaatsing je veroorzaakt. Daardoor wordt het water wat minder transparant zodat de vis minder goed kan zien wat daar precies zwemt, en sowieso krijgt hij door de snelheid minder tijd om na te denken of hij dat hapje wel vertrouwt. Voor wie het wil weten: mijn favoriete kunstaasjes voor dit werk zijn de Water Monitor 85 van Illex en de Top Gispy F van Quantum. Overigens visten wij ook met zeer ondiep lopende (-50 cm) crankbaits van een cm of 7, die we dan aan een noodgang binnen draaiden. Met dat vaak van ratels voorzien kunstaas kan je fenomenaal ver gooien, en het is dan ook het ideale wapen om grote stukken water af te vissen, op zoek naar baars. De grootbekbaarzen zijn helaas lang niet altijd bereid om naar omhoog te komen. Soms liggen ze lekker op midwater of in de buurt van de bodem, en dan wachten ze rustig af tot er zich iets in hun buurt waagt. Dan kunt u prima zaken doen met dieplopende crankbaits, maar interessanter vind ik persoonlijk het werpende vissen met rubber. U laat uw bellyboat (of boot) op zo'n 15 meter van de kant driften en werpt een kleine slanke shad, zoals een Quantum Salty Shat'r of een Quantum Battle Shad (beide 8 cm lang) of een Big Hammer die u op een zo licht mogelijk loodkopje (maximaal 10 gram, maar 7 gram lukte als de wind zijn manieren houdt ook) hebt geprikt zo dicht mogelijk bij de oever. Soms krijgt u al een aanbeet meteen nadat het kunstaas het wateroppervlakte heeft geraakt: dat is dan overduidelijk een vis die in de oeverzone op de loer lag. Als dat niet het geval is, laat u de shad aan een gestrekte lijn zakken, tot u voelt dat hij de bodem heeft bereikt. Nu heft u de hengeltop een klein beetje, waarbij u wat lijn neemt. De shad neemt nu weer een duikvlucht en scheert daarbij rakelings langs het talud de diepte in. Hoe steiler het talud is, hoe minder lijn u bij elke tik moet opnemen. Dat blijft u doen tot het kunstaas vlak onder u is aangekomen, waarna u indraait en hetzelfde spelletje een aantal meter verderop herhaalt. Met deze techniek kunt u dus systematisch een groot gebied afvissen. Aanbeten zijn heel verschillend: soms krijg je een dreun te verwerken, soms valt het gewicht van je loodkop weg. Moeilijk is het niet, maar je hebt er het juiste materiaal voor nodig, want anders heb je geen goed bodemcontact: een zeer gevoelig hengeltje in combinatie met een goede dunne gevlochten lijn is dus een must. Ik probeerde deze techniek, die ik van de baars- en snoekbaarsvisserij op de Nederlandse rivieren kende, voor het eerst uit bij mijn laatste voorjaarstrip naar het reservoir van Garci­a de Sola en had er een heleboel stevige vissen aan te danken. Er zaten zelfs twee 50+ers bij, en een vis die er nog groter uitzag, schoot los voor mijn voeten. Het was onmiskenbaar zo dat de grote en vooral dikke exemplaren, het kunstaas onderaan het talud pakten, terwijl de vissen uit de oeverzone kleiner van stuk waren. Mijn vismaten waren van mening dat ze vanuit de oeverzone gevolgd waren, maar zelf ben ik er rotsvast van overtuigd dat het vrouwtjes betrof, die onderaan het talud lagen te wachten tot de watertemperatuur hoog genoeg was om de mannetjes te vervoegen in de ondiepe paaizone. OLYMPUS DIGITAL CAMERA OLYMPUS DIGITAL CAMERA De derde techniek die ik wil beschrijven, stamt uit Amerika: de visserij met speciale rubberen wormen of salamanders, waarbij de haakpunt in het kunstaas verstopt zit en pas vrijkomt bij de aanslag. De montage is ideaal om tussen obstakels zoals takken en stenen, en planten te vissen en kan al dan niet verzwaard zijn met een loodje. Ik gebruikte hem met veel succes in een mangrove-achtige hoek van een van de stuwmeren. Het heeft wel iets, zo'n extreem traag zakkende worm die je op hooguit drie meter van je bellyboat tussen de takken de diepte in ziet verdwijnen. Bij een aanbeet zie je je lijn verspringen, vaak nog voor je een ruk voelt, en dan is het zaak om de haak meteen te zetten en de vis snel naar de oppervlakte te loodsen, zodat hij niet diep in de jungle kan verdwijnen. Het enige nadeel van deze techniek vind ik dat hij zo ontzettend traag is. Ik pas hem dan ook enkel toe als ik vrijwel zeker ben dat ik bij een blackbasshol lig, want anders verlies ik te veel tijd. Ook wanneer ik werpend met shads op een plek ben aanbeland waar ik enige aanbeten na elkaar krijg, wil ik nog wel eens op dit slow fishing overschakelen om zo de meer wantrouwige vissen van die hotspot over de streep te trekken. De laatste techniek waarover ik het even wil hebben, is een techniek die nogal wat mensen in België en Nederland heel goed onder de knie hebben: het verticalen. Dat werkte vooral heel erg goed toen we in januari in Extremadura waren. Blackbassen bleken zich net zoals snoekbaarzen te gedragen: ze verzamelden zich in de koude periode in de diepere zones van het water. Op Orellana betekende dat concreet dat ze op de rand van de oude rivierbedding (Orellana is in feite een ondergelopen vallei) verzameld lagen, waar ze een tergend langzaam over de bodem schuifelend shadje gretig verwelkomden. De grootste vis die we toen konden foppen, was een zeer zwaar exemplaar van dik in de 50 cm! Geen enkele local viste zo tot onze komst, tenminste, want inmiddels hebben Spaanse vrienden van ons al heel wat uurtjes al verticalend doorgebracht, met fenomenale resultaten. Of wat dacht u van een comizo-barbeel van zo maar eventjes 104 cm/15 kilogram zwaar, op een verticaalstokje? Ook talloze snoeken, channel cat(een uitgezette Amerikaanse meervallensoort), karpers en zelfs zeelten gingen sedertdien al voor de bijl! OLYMPUS DIGITAL CAMERA   Ik heb er inmiddels al heel wat Spaanse uurtjes blackbass vissen op zitten, en ik kan niet anders dan toegeven dat het een verslavende bezigheid is. Sterke en mooie vissen, die soms erg onvoorspelbaar zijn zodat je je beste beentje voor moet zetten om ze te kunnen vangen en dat in een ontzettend mooie omgeving. Je leert nieuwe dingen bij van de plaatselijke specialisten, en het omgekeerde is ook het geval, want ik heb al meermaals ondervonden dat je soms echt het verschil kunt maken met lagelandse technieken, waar de locals nog nooit van hebben gehoord. Ik zit nu alweer te verlangen naar mijn volgende tripje, komende lente. Wie weet mag ik dan weer een paar oma's met een grote bek vangen! Wil u het ook eens aan de stok krijgen met de grootbekbaars? Overweegt u dan eens om een tripje te boeken naar Extremadura via www.visreis.nl. U hoeft in principe niets mee te nemen behalve uw goede humeur bellyboat's of gewone boot, hengels, waadpak, dieptemeter, kunstaas en natuurlijk ook een lokale gids staan voor u klaar!