Waterkoud

Het is koud vandaag. Eigenlijk veel te koud. Thuis word ik voor gek verklaard als ik zeg dat ik 350 kilometers  ga sturen om een dagje te gaan vernikkelen op een visboot, midden op het water zonder enige vorm van beschutting. Het waait serieus hard vandaag en de gevoelstemperatuur ligt onder het vriespunt. Toch ga ik fluitend op pad. Vandaag ga ik samen met Mike en Tim een dagje roofvissen uit de heerlijk complete Lund van Mike.
foto-1
Knapperig verse dauwwormen
Het meest frappante aan deze visdag is dat we vrijwel uitsluitend met dauwwormen op baars zullen gaan vissen. Gewapend met mijn eendelige St Croix dropshot hengel een shimano molentje uit de 2000 series, gekocht bij mijn vrienden van Fish Inn,  ga ik op stap.
Als ik na anderhalf uur sturen op de plaats van bestemming kom, overhandig ik de heren beiden eerst een heerlijke verse pudding kruimel vlaai die ze besteld hadden voor thuis. De derde vlaai gaat mee de boot in en dient als lekkere snack tussen de boterhammen door. Omdat het nog half donker is als we vertrekken besluiten we eerst een paar kribvakken van de IJssel te bevissen met onze wormen. Mike weet een paar vakken te liggen op de rivier  waar hij zo goed als garantie geeft op de vangt van een paar snoekbaarzen. Al vissend kom  ik erachter dat mijn 7 grams loodje aan de lichte kant is voor deze harde stroming. Ik schakel al snel om naar een 15 grams dropshotloodje waardoor ik beter contact krijg met de hele montage en vooral ook met de rivierbodem. De andere twee waren al zwaarder aan het vissen. We maken een paar driften in de kribvakken maar we komen er al snel achter dat de snoekbaarzen niet thuis zijn. Mike’s advies wordt opgevolgd. We knallen eerst een kilometer of tien de IJssel op, op zoek naar een aangrenzend grindgat. De kribvakken pakken we straks of weg terug nog een keer.
foto-2
Al snel vang ik een prachtige snoek aan een simpele worm Als we aankomen bij het grindgat, hebben mijn vingers al half afscheid van me genomen. Het is ongelofelijk koud. Wat dat betreft heeft de snelle tocht over de IJssel me weinig goed gedaan. ik ben althans warm aangekleed……maar die handen…….niet normaal meer.  Ik wil echter zo snel mogelijk starten met vissen en hang er een hele verse dauwworm aan. Niet veel later staat mijn montage als lekker te trillen op de harde bodem van het grindgat. Binnen de tien tellen na de “ touchdown” op een meter of vijf diepte krijg ik een mega harde beuk op de hengeltop. In een reflex sla ik hard aan. Mijn verstijfde lijf reageert breakdance achtig op deze snoeiharde aanbeet….ik sla blijkbaar zo hard aan dat beide heren erop reageren met een “soooow” en een” heeeeyyyy”. Het was een schrikreflex , zo leg ik uit. Lachend word ik in de zeik genomen……dat kunnen ze wel, die twee.
foto-3
Andere hoek, omdat ze zo mooi was
Ondertussen staat de dropshot pook in een ultieme curve. Dit is geen baars. Gezien het karakter van de dril zijn we het er al snel over eens dat dit een snoek zou kunnen zijn. De dril is vrij heftig en duurt best wel lang. Ik ben voorzichtig vanwege het feit dat het maar een Stroft fluoro carbon onderlijn is. Stroft is weliswaar een topmerk op het gebied van fluocarbon, maar ook topmerken bezwijken uiteindelijk aan de vlijmscherpe tandjes van een snoek.  Ik wil de vis nu ook wel landen natuurlijk. Een paar minuten later verschijnt de snoek voor het eerst in beeld. Een grappig gezicht zo met die dikke dauwworm half uit zijn bek hangend. Tim parkeert niet veel later het schepnet onder de vis. In de boot pak ik, zo professioneel mogelijk, de vis met mijn koude handen middels de kieuwgreep vast. Het beest heeft echter nog veel kracht. Met een “ ik zal van-zijn-leven niet loslaten houding” flappert de snoek wat op en neer terwijl ik hem stevig vasthoudt. Terwijl ik de Gamakatsu worm haak losmaak, die mooi in het scharnier zit, zie ik dat er best wel wat bloed langs de snoek afloopt. Niet veel later kom ik erachter dat het mijn hand is dat zo heftig aan het bloeden is. Nadat ik de hoge negentiger weer heb terug gezet, bekijk ik even vluchtig de schade. Eerst maar eens even de handen afspoelen in het water. Daarna eens afdrogen met mijn doek………..als gevolg van de kou blijft het vrij stevig bloeden. De EHBO kist van Mike moet er zelfs aan te pas komen. Met bevroren poten en drie vingers in het noodverband, besluit ik eerst eens even tien minuten mijn handen in mijn zakken te houden om in elk geval iets op te warmen. Mijn handen doen gewoon pijn van de kou. Iets wat ik nog niet eerder zo heb ervaren. Alles blijft aan elkaar plakken van het overvloedige bloed aan mijn handen.
foto-4
Uiteindelijk vinden we de dikke baarzen
De dag verloopt erg taai. We krijgen de hele ochtend geen enkele aanbeet meer. Het venijn zat blijkbaar helemaal aan het begin van de dag. In de middag arriveren we aan de noordkant van het grindgat. Hier is het net iets ondieper en vinden we een mooi aflopend talud waar in elk geval vis staat, aldus Lowrance.
foto-5
Prachtige vissen aan een ultra light montage
Als ik na een aantal worpen mijn worm voor de zoveelste maal van het talud af vis, voel ik een paar droge tikjes. Direct laat ik de lijn iets vieren zodat ik met een slappe lijn vis. Ik kijk naar de lijn die op het water ligt en ik zie dat deze schokkend van me vandaan vertrekt. Ik draai de lijn strak en zet de haak. Hangen!! Ik haak een mooie baars. De eerste van de dag. Direct slaat de sfeer in de boot om naar een euforische stemming. We hebben ze gevonden.
foto-6
De langste baars van de dag is voor Tim
Niet veel later heeft Mike er al 4 gevangen en ook Tim sluit aardig aan met drie prachtige baarzen.
De laatste baars van de dag is voor mij. Al met al hebben we toch 9 dikke baarzen weten te landen en allemaal met dikke dauwwormen die we eenvoudigweg inkorten en op een enkele haak prikken met een dropshotloodje. Eenvoudiger kan het bijna niet.
foto-7
De kapitein met een prachtige baars
Het slotakkoord op weg terug is voor maatje Mike. Op weg terug hebben we nog een paar kribvakken bezocht. Hier wist onze routinier nog twee snoekbaarzen snel achter elkaar te vangen. Voor Tim en mij bleef het hier akelig stil.
Een topdag met een soort survival randje
Tot de volgende keer
Leon Haenen