Wie zaait, zal oogsten: Deel 5

Na de schitterende sessie die ik in het vorige deel beschreven heb, ben ik nog regelmatig naar dat watertje terug gekeerd. Ik wist er nog verschillende mooie barbelen te vangen met de dobber, waarvan de grootste precies 60 centimeter bleek te zijn. Het liep eigenlijk vrij lekker, totdat mijn vakantie begon. Vooraf verheugde ik me erop om drie weken non-stop erop uit te trekken om nieuwe stekken te zoeken, te vissen en hopelijk te vangen! Helaas moet ik bekennen dat deze drie weken enigszins op een deceptie uit zijn gelopen. Op het kleine riviertje wist ik wel geteld één barbeel van 47cm te vangen. In de tweede week van mijn vakantie besloot ik daarop een iets grotere rivier te gaan bezoeken, deze rivier stroomt ook voor een aanzienlijk deel door Duitsland.   Eerst besloot ik om eens een middag op verkenning te gaan om een potentiële stek te zoeken. Een goede voorbereiding is het halve werk zullen we maar zeggen. Na een autoritje van meer dan een uur, wat al erg afzien is met deze temperaturen van boven de 30 graden Celsius, kom ik aan bij het stuk rivier dat ik wil verkennen. Door de aanhoudende droogte staat het waterpeil erg laag. Niet ideaal om te vissen. Maar zo is het wel beter mogelijk om eventuele obstakels waar te nemen die het driften met de dobber zullen bemoeilijken. Ik besluit bij een stuw te gaan kijken, ik vermoed dat er hier meer zuurstof in het water zal zijn. Al snel zie ik een mooi belletjesspoor dat ik de volgende dag eens grondig af wil gaan vissen. Nadat ik de benodigde papieren om hier te mogen vissen heb geregeld, ga ik huiswaarts en kan de voorpret beginnen. Naast de gebruikelijke voorbereidingen besluit ik ook om mijn 20/00 hoofdlijn om te wisselen voor een 22/00 hoofdlijn en ga ik met onderlijnen van 20/00 vissen. Dit omdat ik hier toch wel grovere vis verwacht dan op het andere kleine riviertje. Deze onderlijn van 60 centimeter bevestig ik aan een speldwartel, met daarboven een rubberen kraal om de knoop te beschermen, een olivette loodje van 4 gram en een 6-grams dobber die speciaal voor deze visserij is ontworpen: de Trotti. Op de onderlijn komen twee BB loodjes. Eentje halverwege de onderlijn, en één op circa tien centimeter van de Preston haak 10.    Foto 1a ’s Nachts kan ik moeilijk is slaap komen, dit komt mede door de hitte, maar ook door de spanning die het toch altijd weer met zich mee brengt wanneer ik een nieuwe stek ga bevissen. Ik ben dan ook blij wanneer de ochtend aanbreekt en ik de reis richting onze oosterburen kan beginnen. Bij aankomst op de stek begin ik met het gebruikelijke ritueel. Ik voer wat pellets en een litertje hennep om zo hopelijk de vis aan het azen te krijgen. Ook maak ik wat proefdriften en ik zie dat ik een mooie drift langs de kant kan maken. Wanneer ik in het heldere water kijk, gaat mijn hart even sneller kloppen. Ik zie zowaar al een barbeel over de strook heen zwemmen en af en toe even wat voer van de bodem pakken. Hier word ik blij van. Het duurt ongeveer een half uur voordat mijn dobber zijwaarts naar beneden duikt. Ik sla aan. Even lijkt het of ik vast zit, maar dan volgt een enorm felle run, en pats! De vis gaat dwars door de onderlijn heen. Beduusd blijf ik achter. Maar ik probeer me snel weer te herpakken. Ik knoop een nieuwe onderlijn, ditmaal van 22/00 nylon en ga verder met vissen. Een uur later weer een aanbeet. Wederom hetzelfde verhaal. Even contact met een goede vis, om hem weer net zo snel te lossen. Zwaardere nylon heb ik niet bij. En wanneer ik ’s avonds nog een vis los doordat de haakknoop het niet houdt, is de ellende compleet. De volgende dag besluit ik meteen naar Fishinn te gaan om nieuwe nylon in te slaan. Ditmaal ga ik voor 25/00 Shimano technium. Deze gebruik ik voor zowel de hoofdlijn als onderlijn. Maar na deze eerste sessie, laten de grote vissen zich niet meer zien op deze stek in de volgende dagen. Het wordt weer tijd om een nieuwe stek te gaan zoeken. En op wederom een warme middag besluit ik een ander stuk van de rivier te gaan verkennen. Na wat zoekwerk via google maps en de Tomtom kom ik bij een zeer interessant stuk aan. Een mooie grindbank met erachter een boom in het water die een mooie stroomversnelling vormt. Foto 2a Interessante nieuwe ontdekking.   Een paar dagen later besluit ik om deze stek eens met een bezoekje te vereren. Echter, het heeft  erg veel geregend in dit stuk van het land. In eerste instantie dacht ik dat het wel eens gunstig kon zijn, wat extra kleur en zuurstof in het water. Maar wanneer het licht word, zie ik dat de rivier is veranderd in een kolkende massa. En het water blijft nog steeds stijgen. Hele bomen komen voorbij. Vissen met de dobber is al lastig, maar vissen op zink is helemaal niet te doen. Binnen een halve minuut hangt de montage al vol met drijfvuil en is niet meer op zijn plek te houden. Na het toch een aantal uren tegen beter weten in geprobeerd te hebben, besluit ik het voor gezien te houden. En aangezien mijn vakantie er inmiddels ook op zit, moet ik maar hopen dat de omstandigheden het weekend erna weer enigszins normaal zijn.   Foto 3a Kolkende massa.   De werkweek lijkt een eeuwigheid te duren en ik ben dan ook dolblij als het weekend eindelijk in zicht komt. Elke dag houd ik de waterstanden in de gaten, en ditmaal lijkt het geluk wel aan mijn zijde te zijn. Het water is zakkende. En ik ben dan ook in mijn nopjes wanneer ik zaterdag opnieuw richting de waterkant kan. De paden naar de stek toe zijn nog steeds erg modderig, en ik heb de grootste moeite om mijn autootje in beweging te houden zonder zich in te graven. Uiteindelijk kom ik aan op de plaats van bestemming, het is dan nog donker. Uiteraard begin ik eerst met het aanvoeren van de stek. Ik ben ervan overtuigd dat je hiermee de basis legt voor een succesvolle sessie. Wanneer het licht word, besluit ik om eerst met de dobberhengel te gaan vissen. Maar ik heb moeite om het beoogde bellenspoor af te vissen. Ook twijfel ik of ik het aas wel constant tegen de bodem aan biedt, daar waar de barbeel hoofdzakelijk zijn voedsel zoekt. Na twee uurtjes besluit ik om het anders aan te gaan pakken. Ik monteer aan mijn tweede hengel een bodem montage. Deze bestaat uit een 40 grams wartelloodje dat vrij over de hoofdlijn kan bewegen, daaronder komt een speldwartel en een onderlijn van een meter met een haakje nummer 10 eraan. De haak rijg ik vol met maden en ik werp de montage achter een tak die in het water ligt. Dan gaat het snel, binnen een paar minuten krijg ik de eerste tikken op de top. Wanneer de top vervaarlijk doorbuigt sla ik aan….mis! Snel het aas verversen en opnieuw op dezelfde plek inwerpen. Het duurt geen twee minuten of ik krijg een nieuwe aanbeet, na het aanslaan voel ik het bekende bonken van een barbeel aan de andere zijde van de lijn. Rustig zwemt de vis tegen de stroom in. Wanneer hij onder de top komt, lijkt de krachtpatser zich te realiseren wat er gaande is en besluit weer stroomafwaarts te gaan. Met moeite krijg ik de vis weer onder de top. Nadat ik met behulp van de Dutch Float hengel nog enkele uitvluchten kan pareren, kan ik de vis uiteindelijk succesvol landen….Yes! Ik kan een vreugdekreet niet onderdrukken. Alle frustraties van de afgelopen periode vallen van me af, en die zorgen er misschien ook wel voor dat ik nu zo enorm blij ben met deze vis. Uiteraard laat ik de vis in het schepnet even bijkomen. Hierdoor hebben ze bij het terugzetten minder tijd nodig om te herstellen. Wanneer de vis op de onthaakmat ligt, blijkt deze 66 centimeter te zijn. Geen reus, maar toch een nieuw persoonlijk record voor mij. Ik ben dan ook trots dat ik met dit wonderlijke wezen even mag poseren voor de camera. Foto 4a Eindelijk!  Zoals verwacht heeft de barbeel weinig tijd nodig om weer op adem te komen wanneer hij terug in zijn element gezet wordt. Met een flinke staartslag verdwijnt deze weer in de diepte. Dat blijft toch altijd weer een magisch moment. Doordat de voerplek nu wel verstoord zal zijn. Besluit ik even pauze te nemen. Wel breng ik een nieuwe lading hennep en allerlei soorten kleine pellets in het water. Hopelijk kan ik een vervolg aan dit succes nemen. Na een paar broodjes te hebben gegeten, om ook weer wat op krachten te komen, besluit ik een nieuwe poging te wagen. Ondertussen is het stevig gaan regenen. Maar ook nu duurt het niet lang voordat ik een nieuwe aanbeet krijg. Ditmaal een keiharde run. Eerst denk ik een kleine karper gehaakt te hebben, maar na een stevige dril zie ik dat ik met een bak van een kopvoorn van doen heb. Een ongelooflijk mooie vis die er alles aan deed om aan me te ontkomen. Ook dit is zonder twijfel een nieuw persoonlijk record. Uiteindelijk blijkt deze ‘meun’ 58 centimeter te zijn. Foto 5a Een bak in de stromende regen.   Hierna vallen de aanbeten stil, en het weer blijft maar verslechteren. Daarom besluit ik huiswaarts te keren. Wanneer ik terug rijd naar de bewoonde wereld, heb ik minder geluk dan toen ik ’s ochtends arriveerde, en rijd ik mezelf muurvast in de blubber. Gelukkig is een boer bereid om me eruit te trekken en kan ik uiteindelijk toch met een goed gevoel en veilig de weg naar het Brabantse land vervolgen.